Een lease-adviseur werkt op basis van een jaarcontract. Na een moeilijk gesprek over zijn functioneren meldt hij zich ziek. De werkgever accepteert de ziekmelding niet, eist hervatting van het werk en dreigt met opschorting van loon. Toch maakt de werkgever een afspraak met de bedrijfsarts. Die adviseert de lease-adviseur om op kantoor op de achtergrond ondersteunend werk te gaan doen voor halve dagen. De lease-adviseur weigert. De werkgever stopt met loon betalen. Hoe loopt dit af?
Hoe gaat het verder?
De lease-adviseur vraagt vervolgens een deskundigenoordeel bij het UWV aan. Uit het deskundigenoordeel blijkt dat de lease-adviseur ook het spreekuur van de verzekeringsarts van het UWV heeft bezocht en dat de verzekeringsarts zich in het advies van de bedrijfsarts kon vinden. Volgens de verzekeringsarts is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding die aan de werkhervatting in de weg staat en is werkhervatting in deze situatie niet mogelijk zonder dat eerst mediation heeft plaatsgevonden.
De werkgever heeft de lease-adviseur vervolgens weer opgeroepen om zijn werkzaamheden gedeeltelijk te hervatten. Hierop geeft de lease-adviseur aan dat hij zijn arbeidsovereenkomst per direct wil beëindigen. De werkgever wil hier niet aan meewerken, maar geeft aan dat hij de arbeidsovereenkomst na afloop van het jaarcontract niet wil voortzetten.
Na afloop van het jaarcontract eist de lease-adviseur via de rechter uitbetaling van het opgeschorte salaris.
Overwegingen rechter over ziekte
De wet heeft als uitgangspunt dat een werkgever het loon van een zieke werknemer gedurende 104 weken doorbetaalt.
De werkgever heeft de ziekmelding eerst niet geaccepteerd omdat hij eraan twijfelde of de lease-adviseur daadwerkelijk ziek was en twijfelt daar mogelijk nog steeds aan. De bedrijfsarts heeft in zijn advies echter vastgesteld dat de lease-adviseur gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en uit het deskundigenoordeel van het UWV blijkt dat de verzekeringsarts het hiermee eens is.
De rechter ziet geen reden om aan de juistheid van het oordeel van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts te twijfelen. De lease-adviseur heeft zich weliswaar de dag na het moeilijke gesprek ziekgemeld, maar dat is onvoldoende om aan te nemen dat hij toen niet echt ziek kan zijn geweest en dat hij alleen maar boos en teleurgesteld was over de inhoud van dit gesprek. De rechter vindt daarom dat voldoende vaststaat dat de lease-adviseur vanaf het gesprek daadwerkelijk ziek was.
Dat betekent dat de werkgever in beginsel verplicht was zijn loon door te betalen. Op grond van de arbeidsovereenkomst heeft de lease-adviseur de eerste 26 weken recht op doorbetaling van 100% van zijn loon.
Overwegingen rechter over opschorting loon
Volgens de werkgever mocht hij de betaling van het loon opschorten, omdat de lease-adviseur niet naar kantoor is gekomen om de problemen op het werk te bespreken en het verder ook moeilijk was om hierover met hem in contact te komen. De wet geeft een werkgever inderdaad de mogelijkheid om de betaling van het loon op te schorten gedurende de tijd dat de werknemer controlevoorschriften niet opvolgt waardoor de werkgever niet kan controleren of de werknemer wel recht heeft op loon. Deze situatie is hier echter niet aan de orde. De lease-adviseur heeft immers alle medewerking verleend om door de bedrijfsarts te laten vaststellen of hij al dan niet arbeidsongeschikt was. De werkgever was daarom niet bevoegd de betaling van het loon op te schorten.
Overwegingen rechter over loonstop
Het lijkt er op dat de werkgever een loonstop wilde toepassen. De werkgever heeft immers het loon ook na het einde van de arbeidsovereenkomst niet meer betaald. De wet biedt een werkgever de mogelijkheid om het loon van een zieke werknemer niet te betalen, bijvoorbeeld als de werknemer niet meewerkt aan het verrichten van passende arbeid. Dit is ook wat de werkgever de lease-adviseur verwijt.
Een werkgever kan echter geen loonstop toepassen als hij de werknemer hiervoor niet tijdig heeft gewaarschuwd. De werkgever heeft aan deze voorwaarde niet voldaan. De e-mail waarin de werkgever de lease-adviseur heeft gedreigd met loonopschorting bij werkweigering, is geen tijdige waarschuwing omdat de lease-adviseur op dat moment nog niet door de bedrijfsarts was gezien. Het advies van de bedrijfsarts om na het bespreken van de knelpunten passende arbeid te verrichten, bestond dus nog niet en de lease-adviseur kan dus niet verweten worden dat hij dat advies niet heeft opgevolgd. De werkgever moet tegenover de werknemer bovendien duidelijk aangeven dat zij een loonstop wil toepassen en niet de term loonopschorting gebruiken als zij eigenlijk een loonstop bedoelt. De werkgever heeft niet duidelijk aangegeven dat het ging om een loonstop en de lease-adviseur hoefde dat uit de mededelingen van de werkgever ook niet te begrijpen. De werkgever heeft immers in alle correspondentie alleen maar gesproken over een loonopschorting. Dit betekent dat de werkgever niet bevoegd was een loonstop toe te passen.
Geen gesprek over knelpunten
De rechter merkt nog ten overvloede op dat niet is gebleken dat de werkgever de lease-adviseur heeft uitgenodigd om de knelpunten te bespreken, zoals door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts was geadviseerd.
Oordeel rechter
De conclusie luidt dat de werkgever het loon van de lease-adviseur over de hele ziekteperiode had moeten uitbetalen en niet bevoegd was de betaling van het loon op te schorten of stop te zetten. De rechter ziet geen aanleiding de gevorderde wettelijke verhoging te matigen en wijst deze toe tot het maximum van 50%.
Let op: Beide partijen hebben hun hakken in het zand gezet. Omdat vastgesteld is dat van ziekte sprake was, trekt de werkgever aan het kortste eind. Hij moet het totale opgeschorte salaris, plus de wettelijke verhoging van 50% daarover, aan de werknemer uitbetalen.
Bron: Accountantsportal