De arbeidsovereenkomst van een medewerker van een attractiepark is tweemaal verlengd en de derde arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd. In de arbeidsovereenkomsten staat steeds de volgende bepaling: de werkgever informeert de werknemer, dat de arbeidsovereenkomst, na het verstrijken van de overeengekomen duur niet zal worden voortgezet. Moet de werkgever een aanzegvergoeding betalen?
Standpunt werknemer
Ondanks de aanzegging dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet na het verstrijken van de duur waarvoor de overeenkomst was aangegaan, is tweemaal het tegenovergestelde gebeurd. Dan komt de werkgever geen beroep meer toe op deze contractsbepaling.
Standpunt werkgever
Het einde van de arbeidsovereenkomst is tijdig aangezegd. Dat is schriftelijk gebeurd in de arbeidsovereenkomst. In de arbeidsovereenkomst staat namelijk al dat de werknemer wordt geïnformeerd dat de overeenkomst na het verstrijken van de overeengekomen duur niet zal worden voortgezet. Daarom geeft de werkgever zijn werknemers ook steeds een nieuw contract als de arbeidsovereenkomst toch wordt voortgezet en werkt zij niet met een addendum bij het bestaande contract. Deze werkwijze van de werkgever is duidelijk en transparant. Het is in lijn met de cao en de wetsgeschiedenis.
Overwegingen rechter
Op zich heeft de werkgever gelijk, dat uit de parlementaire geschiedenis van de aanzegplicht blijkt dat de werkgever meteen bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst kan aangeven dat er geen sprake van een opvolgend contract zal zijn. Maar in de onderhavige situatie, waarin deze aanzegging tot driemaal toe in de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd heeft gestaan, en er tweemaal ondanks deze aanzegging wel is verlengd, is de aanzegging in de arbeidsovereenkomst niet voldoende meer.
Een vergelijking dringt zich op met de fabel van Aesopus: De jongen die wolf riep. Nadat de jongen, die op de kudde met schapen moest letten, driemaal voor niets alarm had geslagen door “wolf” te roepen, kwam er de vierde keer niemand meer op zijn alarm af en zag de vader in de avond alleen nog een wolf met een dikke buik en de strooien hoed van zijn zoon, die uit de bek van de wolf stak. Vertaald naar de onderhavige zaak, waarin driemaal ‘wolf’ is geroepen door de werkgever, maar de eerste twee keer, ondanks de aanzegging op voorhand in de arbeidsovereenkomst, toch is verlengd, kan de derde keer ‘wolf’ niet meer als een serieuze aanzegging worden beschouwd.
De bedoeling van de (schriftelijke) aanzegging is dat de werknemer tijdig duidelijkheid krijgt over de vraag of zijn arbeidsovereenkomst wel of niet zal worden voortgezet en er geen onzekerheid is bij de werknemer over het al dan niet eindigen van de arbeidsovereenkomst. Niet weersproken is dat de werkgever pas ongeveer een week voor het verstrijken van de bepaalde duur van de derde arbeidsovereenkomst mondeling aan werknemer heeft meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Hiermee is dus geen (tijdige) duidelijkheid verstrekt aan de werknemer over het al dan niet verlengen van zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, laat staan schriftelijk.
Oordeel rechter
De rechter is van oordeel dat de werkgever niet aan zijn aanzegverplichting heeft voldaan. Daarom is de aanzegvergoeding verschuldigd en wordt de werkgever als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld.
Let op: Na verlengen van een tijdelijk contract met de daarin de aanzegging als standaardclausule, is het raadzaam om alsnog tijdig schriftelijk aan te zeggen.
Bron: Accountantsportal