Een medewerkster van een zorgorganisatie heeft een tijdelijk contract, dat met een jaar is verlengd. Na afloop van de verlenging krijgt ze een brief dat het contract is afgelopen en niet wordt verlengd. Ze claimt de wettelijk aanzegvergoeding van een maand loon. De werkgever weigert deze te betalen. Er volgt een procedure.
Aanzegvergoeding
In de wet is bepaald dat de werkgever de werknemer, uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, dient te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Indien de werkgever die verplichting niet of niet geheel nakomt, is zij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd die gelijk is aan het bedrag van het loon voor één maand.
Brief werkgever
Vast staat dat de werkgever de dag na afloop van het verlengde arbeidscontract bij brief heeft laten weten dat de overeenkomst van rechtswege eindigt per die datum en niet wordt verlengd.
Toetsing zonder verweer werkgever
Hoewel de werkgever geen verweer heeft gevoerd tegen de verzochte aanzegvergoeding, toetst de rechter of er is voldaan aan de vereisten voor tijdige aanzegging einde contract.
In de arbeidsovereenkomst is in artikel 1.5 het volgende opgenomen:
“Werkgever zegt werknemer bij voorbaat aan dat deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd – nadat die is geëindigd van rechtswege niet zal worden voortgezet. Hiermee wordt voldaan aan de aanzegverplichting die werkgever heeft op grond van artikel 7:668 BW. De werknemer erkent door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst dat werkgever aan zijn aanzegverplichting heeft voldaan. De werknemer kan geen aanspraak maken op de boete als bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW.”
Het is vaste rechtspraak dat een werkgever tegelijkertijd met het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd al aan zijn aanzegverplichting kan voldoen. Door artikel 1.5 in de arbeidsovereenkomst op te nemen, heeft de werkgever dus op voorhand aan haar aanzegverplichting voldaan. Het was voor de medewerkster al vanaf aanvang van het tweede tijdelijke dienstverband duidelijk dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden. Niet is gesteld of gebleken dat de werkgever gedurende de looptijd van het dienstverband heeft laten weten van die bepaling te zullen afwijken.
Oordeel rechter
De medewerkster kan geen aanspraak maken op de aanzegvergoeding. Haar verzoek wordt afgewezen.
Let op: In deze zaak was de werkgever kennelijk vergeten dat de aanzegging einde contract al in de arbeidsovereenkomst stond en heeft daar ook geen verweer op gevoerd. Desondanks stelt de rechter de medewerkster in het ongelijk.
Bron: Accountantsportal