Een particulier koopt cryptovaluta, voornamelijk bitcoin (hierna: BTC). Twee jaar later ontwikkelt hij een trading bot voor arbitragehandel op crypto-exchanges. De trading bot heeft ongeveer 124.000 transacties uitgevoerd met in ongeveer 80% van de gevallen een positief resultaat. Is dit resultaat winst uit onderneming of speelt het zich af in box 3?
Hoe werkt de trading bot?
De trading bot houdt de koersen bij van cryptovaluta op verschillende exchanges en koopt bij een bepaald prijsverschil (met een minimum van 0,003 BTC) cryptovaluta op de ene exchange om deze vervolgens te verkopen op een andere exchange. Dit leidt in beginsel tot een toename van het bezit aan cryptovaluta. De transacties leiden niet in alle gevallen tot een toename van het bezit, bijvoorbeeld doordat gedurende de transacties het prijsverschil is opgeheven of zelfs omgeslagen op het moment dat de trading bot de verkooporder aanlevert. In die gevallen wacht de trading bot gedurende een uur om te kijken of de oorspronkelijke verkooporder alsnog kan worden vervuld. Als de markt zich echter niet hersteld tot het beoogde niveau zal de trading bot na een uur de verkooporder annuleren en vervangen door een verkooporder tegen de dan geldende prijs. Dit kan een negatief resultaat opleveren en daarmee tot een daling leiden van de hoeveelheid cryptovaluta in bezit van belanghebbende. Aan iedere transactie zijn kosten verbonden in de vorm van transaction fees en withdrawal fees.
Standpunt Belastingdienst
De Belastingdienst vindt dat de arbitrageresultaten moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming. De Belastingdienst heeft het arbitrageresultaat bepaald door per maand per cryptovaluta het saldo van de toe- of afname vast te stellen en dat saldo aan het einde van de maand te vermenigvuldigen met de koerswaarde van de eerste dag van de maand. Deze waarden heeft de Inspecteur vervolgens omgerekend naar BTC en dat omgezet in USD en dat bedrag weer omgezet in euro’s. De Belastingdienst heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de hoeveelheid cryptovaluta die ter beschikking staat aan de trading bot om transacties mee uit te voeren moet worden aangemerkt als handelsvoorraad en dat de waardeverandering van die handelsvoorraad – als gevolg van de koersbewegingen van BTC – aan het einde van het boekjaar tot het resultaat moet worden gerekend.
Overwegingen rechter
De particulier neemt deel aan het economisch verkeer, aangezien hij handelt op openbaar toegankelijke cryptovalutamarkten (exchanges) en daarop cryptovaluta aan- en verkoopt. Hij beoogt daarmee voordeel te behalen, omdat hij de trading bot heeft ontwikkeld met als doel zijn bezit aan BTC te vergroten uitsluitend door de arbitragehandel. En hoewel BTC weliswaar in Nederland geen wettig betaalmiddel is, is het wel een geaccepteerd betaalmiddel met een (koers)waarde die (ook) wordt uitgedrukt in traditionele valuta. Dat het doel wellicht is ingegeven vanuit een hobbymatige interesse in plaats van een zakelijk ondernemingsplan doet hieraan niet af, omdat deze interesse in dit geval samenvalt met het subjectieve oogmerk om voordeel te behalen in het economisch verkeer.
Volgens de rechter is bovendien sprake van een gerechtvaardigde voordeelsverwachting. De particulier bedrijft met de door hemzelf ontwikkelde trading bot arbitragehandel. Voorafgaand aan elke transactie is het mogelijk te behalen voordeel precies te bepalen (het verschil in de prijs vermenigvuldigd met de hoeveelheid beschikbare cryptovaluta om mee te handelen minus de transactiekosten). Het met de transactie beoogde voordeel is niet afhankelijk van een wijziging van de markt maar juist van de bestaande toestand van de markt. De rechter ziet hierbij onder ogen dat de markt gedurende de uitvoering van de transactie wel kan wijzigen, zodat het voorzienbare voordeel toch niet wordt behaald en zelfs een verlies moet worden genomen. Echter, vast staat dat tussen de 75 tot 80% van de transacties met een positief resultaat wordt afgesloten en dat dit een door de jaren heen bestendig succespercentage is. Dus is de kans op een negatief resultaat stabiel en van een relatief laag niveau. Deze vorm van arbitragehandel heeft daarmee geen speculatief karakter en het te behalen voordeel is dus redelijkerwijs te voorzien.
De positieve resultaten uit de arbitragehandel hebben zich over de jaren bestendigd en zijn robuust gebleken. Die resultaten worden ook niet beïnvloed door de koersontwikkeling van BTC.
Oordeel rechter
Er is sprake van een bron van inkomen, winst uit onderneming. Op de rechtszitting hebben partijen afgesproken dat ze in overleg gaan over de vraag hoe de winst moet worden bepaald. Dat wordt iets eenvoudiger omdat de particulier in 2023 helemaal is gestopt met de arbitragehandel. Uitgangspunt is daarmee de totale winst uit de arbitragehandel met de trading bot over de jaren heen, en vervolgens verdeling daarvan over de diverse belastingjaren.
Let op: Met de ontwikkeling van cryptovaluta ontstaan ook nieuwe vormen van rendementehalen. Bestaande fiscale uitgangspunten worden toegepast op deze nieuwe ontwikkelingen. Dat kan dot verschil van inzicht met de Belastingdienst leiden.