Na een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie is het UBO-register tijdelijk op slot gegaan. Inmiddels heeft het Ministerie van Financiën de uitspraak zorgvuldig geanalyseerd. Het rapporteert nu de uitkomsten en de praktische gevolgen van de uitspraak voor het Nederlandse rechtssysteem.
Tot het UBO-register moesten oorspronkelijk toegang hebben:
Bij 3) ging het om de toegang tot de naam, de geboortemaand, het geboortejaar, de nationaliteit en de woonstaat van de UBO, alsmede tot de aard en de omvang van het door de UBO gehouden economische belang.
Met de vijfde anti-witwasrichtlijn is deze toegang zo gewijzigd dat informatie over uiteindelijk begunstigden in alle gevallen toegankelijk diende te zijn voor elk lid van de bevolking, dus ook zonder legitiem belang. Het Hof van Justitie heeft deze wijziging echter ongeldig verklaard. De consequentie hiervan is dat lidstaten nu informatie over UBO’s toegankelijk moeten maken voor personen en organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen, in plaats van elk lid van de bevolking.
Gevolgen voor Nederlandse wetgeving
Artikel 21 van de Handelsregisterwet 2007 schrijft voor dat bepaalde informatie over UBO’s, zoals opgenomen in het handelsregister, door eenieder kan worden ingezien: naam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat van de UBO, en de aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang.
Dit artikel behoeft aanpassing. De toegang tot het UBO-register moet worden beperkt tot de bevoegde autoriteiten en de Financial Intelligence Unit, Wwft-meldingsplichtige instellingen en personen en organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen. Hiervoor zal spoedig een wetsvoorstel worden opgesteld. Daarbij vindt overleg plaats met de Kamer van Koophandel gezien alle praktische consequenties, gevolgen voor ICT en de nauwe verwevenheid met het handelsregister.
Toegang door Wwft-instellingen
De instellingen als bedoeld in de Wwft hebben een belangrijke taak als poortwachters van het financiële stelsel, en zijn onder meer verplicht cliëntenonderzoek uit te voeren. Het UBO-register is hierbij een belangrijk hulpmiddel en Wwft-instellingen zijn in dat kader verplicht het register te raadplegen, alsmede om discrepanties te melden. De uitspraak van het Hof tornt niet aan de toegang voor deze instellingen. Daarom wordt ook voor Wwft-instellingen de toegang zo snel als praktisch en uitvoeringstechnisch mogelijk hersteld. Echter, het landschap aan Wwft-instellingen is divers, evenals de technische modaliteiten waarmee deze instellingen toegang hadden tot het UBO-register. Daarbij zijn veel Wwft-instellingen niet rechtstreeks op het UBO-register aangesloten, maar via ICT-leveranciers die geen legitiem belang hebben voor inzage van UBO-informatie. Het identificeren van welke individuele instellingen toegang kunnen hebben en dit technisch en praktisch inregelen is derhalve complex en kost tijd. Hierbij is een belangrijke gebruikersgroep de grootbanken. Deze instellingen zijn relatief eenvoudig te identificeren en aan te sluiten. Verwacht wordt dat de toegang voor deze groep relatief snel kan worden hersteld. Daarna zullen ook andere groepen Wwft-instellingen zo snel mogelijk weer worden aangesloten.
Toegang bij legitiem belang
Ten aanzien van personen en organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen, onderzoekt het Ministerie op welke manier dit vorm kan krijgen. Een van de redenen van de Europese Commissie om een openbaar register voor te stellen was het feit dat het complex is personen en organisaties met een legitiem belang te identificeren. Bij de vormgeving van de nieuwe wetgeving worden de volgende groepen meegenomen: de pers (waaronder onderzoeksjournalistiek) en maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met het voorkomen en bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering, personen die de identiteit van een UBO willen kennen omdat zij daar mogelijk transacties mee aangaan, alsmede financiële instellingen en autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van delicten op het gebied van witwassen of terrorismefinanciering. Op verzoek van de Kamer wordt ook gekeken naar schadeverzekeraars die in het kader van sanctieregelgeving onderzoek moeten verrichten naar de UBOs van hun cliënten.
Op dit moment wordt gedacht aan een lijst met objectieve indicatoren, aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of sprake is van legitiem belang. Niet uitgesloten wordt dat in sommige gevallen ook een individuele beoordeling gemaakt zal moeten worden. Daarom wordt ook gekeken of de Wet open overheid en de Wet hergebruik overheidsinformatie aanknopingspunten bieden om deze categorie toegang te geven tot UBO-informatie.
Let op: De wetswijziging die nodig is om het UBO-register toegankelijk te maken voor Wwft-instellingen alsmede personen en organisaties met een legitiem belang vergt complexe afwegingen. Voorlopig blijft het UBO-register voor deze belanghebbenden, behalve wellicht voor de grootbanken, dicht.